Een leven zonder smartphone vraagt net iets meer organisatie dan een ander. Laat dat nu gelukkig één van mijn sterktes zijn. Vandaag weer eens aan den lijve ondervonden. Bij de tandarts.
“Ga je met de telefoon of cash betalen?” Zut, vorig jaar was overschrijving nog een optie, nu blijkbaar niet meer. Het net begint te sluiten. Gelukkig nog voor vertrek de portefeuille van manlief geplunderd voor wat cash geld.
“Cash, want ik heb zo geen telefoon.” Ik was nog niet goed uitgesproken of de “nokia baksteen” in mijn tas liet van zich horen. Voor de tweede keer al. Hij had ook al het mondonderzoek verstoord tien minuten voordien. “Zie je wel, je hebt wel een telefoon”, antwoordt de tandarts met pretlichtjes in zijn ogen. Al lang blij dat het gesnoep van het afgelopen jaar geen blijvende sporen heeft achtergelaten, en geen raak antwoord klaar over uitputting van de hulpbronnen, kinderarbeid of duurzame ontwikkeling, mompel ik iets over “niet zo’n telefoon”, betaal, bedank, neem mijn spullen uit de corona-doos, vind mijn weg naar buiten zonder deurklinken aan te raken, berg mijn mondmasker weer op, en spring op mijn fiets voor een 20 km tocht naar huis.
Hopen dat ik de weg nog terug vind. Want de vooraf afgedrukte wegbeschrijving was weer eens niet erg duidelijk gebleken in het heengaan. En laat de weg vinden nu net één van mijn zwakke punten zijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb